Active surveillance

Active surveillance (actieve observatie)

Omdat prostaatkanker vaak heel langzaam groeit, kunnen sommige mannen, vooral degenen die ouder zijn of andere ernstige gezondheidsproblemen hebben, zonder behandeling voor prostaatkanker verder leven.

In sommige gevallen groeit de prostaatkanker zelfs zo langzaam dat deze mannen gedurende de rest van hun leven geen klachten van hun prostaatkanker krijgen. Deze mannen kunnen in aanmerkingen komen voor de zogenaamde ‘active surveillance’ (‘actieve observatie’) beleid.

Actieve observatie betekent middels vooraf vastgestelde richtlijnen de ontwikkeling van de gevonden prostaatkanker volgen. Bij active surveillance wordt er in eerste instantie voor gekozen het beloop van de prostaatkanker nauwlettend in de gaten te houden en niet direct met een behandeling (zoals operatie of bestraling van de prostaat) te starten. De controle gebeurt door elke 3 tot 6 maanden middels PSA-waarde bepaling (prostaat-specifiek antigen), rectaal onderzoek en transrectale echografie regelmatig te controleren of de kanker groeit. Ook onderzoek middels prostaat-MRI’s of prostaatbiopsie kan worden gedaan om te zien of de kanker agressiever is geworden, meestal elk jaar. Als er een verandering is in de uitkomsten, kan alsnog tot behandeling worden overgegaan.

 

Criteria voor active surveillance

  • Alleen mannen met een in de prostaat gelokaliseerde en niet agressieve prostaatkanker komen in aanmerking voor active surveillance.
  • Bewezen aanwezigheid van prostaatkanker
  • De patiënt is geschikt voor curatieve behandeling
  • Klinisch stadium T1C of T2
  • Voldoende biopsie sampling
  • Een of twee biopten met prostaatkanker
  • Gleason score van 3+3=6 of minder
  • PSA-waarde bij diagnose van <10ng/ml
  • Bereidheid om de follow-up bezoeken bij te wonen

Indien u aan deze criteria voldoet, heeft u een minimale kans dat uw prostaatkanker snel zal gaan groeien.

 

Basisschema voor controles

Voor elke man zal uiteindelijk het verloop en dus ook het schema van controles en onderzoeken anders zijn. Daarbij hanteert de uroloog wel een basisschema:

De eerste twee jaar:

  • Elke drie maanden: bepaling van de PSA-waarde
  • Elke 6 maanden: rectaal onderzoek met evt. een echografie
  • Elke 12 maanden: MRI-onderzoek en/of prostaatbiopsie

 

Vervolgens:

  • Elke zes maanden: bepaling van de PSA-waarde
  • Elke 12 maanden: rectaal onderzoek met evt. een echografie
  • Elke 2 jaar: MRI-onderzoek en/of prostaatbiopsie

 

Afhankelijk van de ontwikkeling van de prostaatkanker kan de uroloog op individuele basis besluiten om dit schema intensiever of juist minder intensief te maken.

 

Juiste behandeling op juiste moment

Door active surveillance wordt voorkomen dat mannen met minder ernstige prostaatkanker door (onnodige) behandeling ook last krijgen van de bijwerkingen van een behandeling.

Een mogelijk nadeel van deze benadering is dat de kanker een kans krijgt om te groeien en te verspreiden. Dit kan behandelopties later beperken, en kan mogelijk invloed hebben op de kans op genezing van de kanker. Omdat de active surveillance protocollen vragen om een zeer regelmatige (elke 3 tot 6 maanden) controle is de kans hierop wel klein.

 

Overgang naar behandeling

Als u kiest voor een active surveillance, betekent dit niet dat u geen behandeling krijgt, maar dat de behandeling pas wordt gegeven als het daadwerkelijk nodig is. Zo’n 30% van de mannen in een active surveillance protocol zal uiteindelijk binnen 5 jaar alsnog een operatieve behandeling ondergaan (prostaatverwijdering of bestraling). De behandeling kan worden gestart als de kanker lijkt te groeien, gebaseerd op een stijgende PSA, echografie bevindingen of biopsieresultaten.

Active surveillance is een goede optie voor mannen met een langzaam groeiende kanker, omdat het niet bewezen is of de behandeling van de kanker met chirurgie of bestraling hen daadwerkelijk helpt langer te leven.

Chirurgie en bestraling hebben risico’s en bijwerkingen die de mogelijke voordelen voor sommige mannen ongedaan kunnen maken. Sommige mannen voelen zich echter niet comfortabel met ‘niets’ doen en zijn bereid om de mogelijke bijwerkingen van de actieve behandelingen te aanvaarden.